Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Ens B.J., Merck T., Smit C.J. & Bunskoeke E.J. (1996) Functional and numerical response of Oystercatchers Haematopus ostralegus on shellfish populations. ARDEA 84 (A): 441-452
Dit onderzoek beoogde de verspreiding van de Scholeksters over het "NIOZ-wadje" te begrijpen (Fig. 1). Hoewel er ook Nonnetjes, Zeeduizendpoten en Strandkrabben voorkwamen, bestond het hoofdvoedsel van de Scholeksters in de herfst en winter vrijwel uitsluitend uit Kokkels en Mossels, waarschijnlijk omdat de dichtheid en aktviteit van de alternatieve prooien laag was (Tabel 1). Hoge Scholeksterdichtheden werden bereikt op een klein mosselbankje in het centrum van het gebied, vooral aan het begin en eind van het getij (Fig. 6). Als de waterstand nog hoog was, hadden de Scholeksters ook de hoogste opnamesnelheid op het mosselbankje (Fig. 5a). Scholekster die op Kokkels fourageerden haalden de hoogste opnamesnelheid als de Kokkels groot waren (Fig. 7b). Merkwaardig genoeg was er geen verband met de Kokkeldichtheid (Fig. 7a, Tabel 2). Ook werden er geen aanwijzingen gevonden voor interferentie, d.w.z. een afname in de opnamesnelheid van voedsel als gevolg van een toename van de dichtheid Scholeksters (Fig. 8). Omdat de Kokkels groter waren naarmate ze lager in de getijzone voorkwamen (Fig. 4), hadden de op Kokkels fouragerende Scholeksters ook een hogere opnamesnelheid naarmate het water lager stond (Fig. 5b). Omdat de opnamesnelheden het hoogst waren als de Scholeksters op die grote Kokkels fourageerden en omdat aanwijzingen voor interferentie ontbraken zouden volgens de meest simpele voorspelling van de "ideale vrije verdeling" alle Scholeksters in de vakken met grote Kokkels moeten fourageren zodra dat kon. Hoewel een groot aantal Scholeksters dat inderdaad ook deed, bleef er toch ook een aanzienlijk aantal Scholeksters op de mosselbank en in minder goede kokkelgebieden fourageren (Fig. 9, Tabel 4). Dit heeft waarschijnlijk te maken met verschillen in voedselspecialisatie en, mogelijk, lokale dominantie.


[close window] [previous abstract] [next abstract]