Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Zwarts L., Ens B.J., Goss-Custard J.D., Hulscher J.B. & Durell S.E.A. le V. dit (1996) Causes of variation in prey profitability and its consequences for the intake rate of the Oystercatchers Haematopus ostralegus. ARDEA 84 (A): 229-268
Prooisoorten proberen op verschillende manieren aan hun roofvijanden te ontsnappen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven hoe de verdediging van de prooi effect heeft op (1) zijn waarde als prooi voor een predator, de Scholekster en (2) de opnamesnelheid van de Scholekster. De prooiwaarde ('profitability') hangt af van vier variabelen. (1) Binnen elke soort leveren grote prooien meer op dan kleine prooien, omdat de toename van vleesinhoud met prooilengte groter is dan de tijd die het kost om die prooien te eten; (2) prooien zonder pantser (wormen en emelten) leveren meer op dan schelpdieren en krabben; (3) prooien die aan het oppervlak voorkomen zijn zwaarder gepantserd dan schelpdieren die ingegraven leven en leveren daarom minder op, zelfs als de schelpen een beetje openstaan en de vogels hun snavel direct naar binnen kunnen steken zonder de schelp open te hakken; (4) bodemprooien leveren minder op als ze dieper zitten ingegraven. Ondanks de grote verschillen in prooiwaarde, verschilt de opnamesnelheid nauwelijks wanneer de prooisoorten worden vergeleken, waarschijnlijk omdat vogels alleen gaan zoeken naar prooien die weinig opleveren als de prooidichtheid heel groot is en de zoektijd per prooi heel kort. Daarentegen neemt de opnamesnelheid binnen de soort toe als prooien meer opleveren. Blijkbaar zijn de vogels niet in staat om de zoektijd te verkorten ter compensatie voor de lagere prooiwaarden. Ofschoon de prooiwaarden per seizoen verschillen als gevolg van de variatie in de prooiconditie, is de variatie in de opnamesnelheid heel klein. Toch is er wel een verschuiving in het dieet. 's Winters worden weinig wormen en ingegraven schelpdieren gegeten en zijn Scholeksters aangewezen op prooien die aan het oppervlak leven.


[close window] [previous abstract] [next abstract]