Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Newsom S.E., Hughes B., Russell I.C., Ekins G.R. & Sellers R.M. (2004) Sub-specific differentiation and distribution of Great Cormorants Phalacrocorax carbo in Europe. ARDEA 92 (1): 3-9
In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar het gebruik van biometrische gegevens en andere uiterlijke kenmerken om de verschillende ondersoorten van de Aalscholver Phalacrocorax carbo in Europa te onderscheiden. Aan de hand van huiden (balgen) van vogels waarvan de ondersoort vaststond, werd vastgesteld dat de vorm van de onbevederde keelzak, of liever gezegd de hoek die gevormd wordt tussen de onbevederde keelzak en de mondhoek, een goed kenmerk is om de ondersoorten sinensis en carbo uit elkaar te houden. Als er daarnaast de mogelijkheid bestaat om maten te nemen, dan kunnen snavelhoogte (gemeten op het dunste punt, in het midden) en snavellengte (tip tot veerrand) gebruikt worden om met behulp van een geslachtsspecifieke discriminantanalyse tot een juiste diagnose te komen. Met behulp van de hiervoor genoemde gegevens werd vervolgens de subspecifieke identiteit bepaald van 261 Aalscholvers die in de winter van 1997/98 en van 1998/99 in Engelse binnenwateren waren geschoten. Daaruit bleek dat 66% van de vogels behoorde tot de ondersoort P. c. carbo en 34% tot de continentale vorm P. c. sinensis. Dit resultaat suggereert dat de nominaatvorm in de winter op de Engelse binnenwateren momenteel de meest voorkomende soort is. De hier beschreven methode om ondersoorten vast te kunnen stellen, kan worden gebruikt om tegen geringe kosten een monitoringprogramma voor de lange termijn op te zetten. Op deze wijze kan inzicht worden verworven in de subspecifieke verschillen in voorkomen en populatieontwikkeling in Groot-Brittannië en in andere Europese landen waar beide ondersoorten kunnen voorkomen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]