Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Voous K.H. (1963) Geographic variation of Larus fuscus in northwestern Europe. ARDEA 51 (1): 16-24
1. Van de Kleine Mantelmeeuw (Larus juscus sensu stricto) worden drie rassen erkend. De verschillen in mantelkleur en trekroute van deze rassen worden beschreven. 2. Larus juscus graellsii is de vorm van Groot-Brittannid en de Faer÷er. Hij heeft de lichtste mantelkleur, die gemiddeld als neutraal grijs kan worden beschreven. Hij trekt overwegend zuidelijk en zuidwestelijk langs een kustroute. Hij is afgebeeld in het 'Handbook of British Birds', deel 5, plaat 135. 3. Larus juscus juscus is de Oostzeevorm; hij broedt ook in het binnenland van Zweden en Finland. Hij heeft de donkerste mantelkleur, nl. bijna roetbruin of roetzwart. Zijn trekroute is overwegend zuidoostelijk en verloopt door het binnenland. Hij wordt in het 'Handbook of British Birds' niet afgebeeld. 4. Larus juscus intermedius is de kustvorm van Noorwegen en zuidwest Zweden. De kleur van zijn mantel ligt tussen die van de Britse en Oostzee vormen in. Zijn trekroute gelijkt in hoofdzaak op die van de Britse vorm. Hij is afgebeeld in het 'Handbook of British Birds', deel 5, plaat 135 onder de naam van Scandinavische Kleine Mantelmeeuw. 5. Larus juscus intermedius is de talrijkst voorkomende vorm van Kleine Mantelmeeuw op de voor- en najaarstrek langs de Nederlandse kust. 6. Over de geografische herkomst van de groepen met lichte en donkere mantelkleur worden theoretische beschouwingen gegeven die in verband staan met de geografische geschiedenis van West Europa en van de Baltische IJszee gedurende de laatste ijstijd. 7. Larus juscus intermedius wordt als een meer of minder gestabiliseerde bastaardvorm opgevat van (overwegend) graellsii en (minder) juscus. Over tegenwoordige overgangen van deze vormen in Zuid Zweden en Denemarken bestaan weinig gegevens.


[close window] [previous abstract] [next abstract]