Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Tammes P.M.L. (1964) Bird's egg shells, colour prints of nature. ARDEA 52 (1-2): 99-110
Vogeleischalen: kleurendruk in de natuur. Na een literatuuroverzicht over de wijze waarop de pigmentatie tot stand komt en over de aard van de pigmenten, wordt een vergelijking gemaakt tussen de kleuren van de eieren van diverse vogelsoorten. Dit wordt gedaan met behulp van de kleurenstandaard van Ridgway (1912). Volgens de literatuur zijn de meest voorkomende pigmenten het biliverdine, een blauwe galkleurstof, en het protoporhyrine. Beide kleurstoffen zijn afgeleid van de rode bloedkleurstof. Bij het protoporhyrine wordt opgemerkt, dat de kleurschakering in een aantal nuanceringen kan optreden en wel van rood tot geel (Tabel 3). Bij extractie krijgt men echter, ook van beide uitersten, slechts een en dezelfde stof, althans een stof met dezelfde kleur, die ook chromatografisch niet verschilt en die een sterke roodfluorescentie vertoont in ultraviolet licht (Tabel 3). Waarschijnlijk is het protoporhyrine niet in vrije toestand op de eischaal aanwezig (Volker 1942), maar gebonden als een zgn. prosthetische groep aan een hoogmoleculaire draagstof, bijv. een eiwit. Afsplitsing is mogelijk door sterke zuren of door een zgn. invert zeep. Het is mogelijk dat de variatie van de kleur van het protoporhyrine veroorzaakt wordt door de aard of de intensiteit van de binding met de draagstof. Met rood tot gee1 aan de ene zijde en een blauwe kleurstof aan de andere zijde zijn de drie primaire kleuren gegeven, waarmede alle kleurencombinaties moge1ijk zijn, zoals in een driekleurendruk.


[close window] [previous abstract] [next abstract]