Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Jordano P. (1988) Diet, fruit choice and variation in body condition of frugivorous warblers in Mediterranean scrubland. ARDEA 76 (2): 193-209
Door middel van fecale analyse kon het vruchtendieet van Zwartkop en Tuinfluiter in een Mediterrane struikvegetatie worden bepaald. Verschillen in de consumptie van vruchten is gere1ateerd aan het aanbod van vruchten en het verband met lichaamsmassa en vetaccumulatie is onderzocht. Over het algemeen was het dieet in de twee studiejaren in hoge mate gelijksoortig alhoewel de rangvolgorde van de soorten vruchten die gegeten werden in dezelfde maand maar in de verschillende jaren niet dezelfde was. Dit suggereert dat de voge1s hun dieet aanpasten aan variaties in de fenologie en in de mate van vruchtzetting. Door middel van een regressie analyse kon worden getoond dat de beschikbaarheid van vruchten de belangrijkste factor was die correleerde met het eten ervan. Beide soorten vogels selecteerden vruchten met een hoge energie-inhoud en slechts in het jaar dat het aanbod van vruchten uitzonderlijk hoog was, vertoonden beide soorten een negatieve relatie tussen het aandeel van soorten vruchten in het dieet en de grootte van die vruchten. De beide vogelsoorten selecteerden slechts een kleine subset van alle mogelijke combinaties van vruchtensoorten; deze subsets bestonden voor een groot deel uit een of twee belangrijke soorten vruchten en voor een klein deel uit verscheidene minder belangrijke soorten of insecten. Maaltijden bestaande uit verscheidene soorten vruchten kwamen vaker voor dan verwacht op basis van de hypothese, dat er willekeurig zou worden gefoerageerd. Minder belangrijke soorten vruchten werden vaker gegeten dan werd verwacht op basis van het relatieve voorkomen van die soorten. Het vruchtvlees van die soorten vertoonde een hogere concentratie aan mineralen dan dat van de belangrijke soorten vruchten, maar dat van de laatste groep had een hogere energie-inhoud. Alkalonden waren vaker aanwezig in de minder belangrijke soorten vruchten. Zowel de vetaccumulatie als de toename in lichaamsmassa tussen de momenten van vangst en terugvangst van geringde individuele vogels waren negatief gecorreleerd met de hoeveelheid vruchten in het dieet. Een simulatie van het dieet onder aanname dat de vogels totaal afhankelijk waren van een vruchtendieet, toonde aan dat dit als consequentie had voor de vogels een verminderde opname van eiwitten en mineralen maar een verhoging van de energieopname. De toevoeging van slechts geringe hoeveelheden insecten aan dat dieet zorgde voor een dramatische toename van de eiwitopbrengst van de maaltijden, en wellicht is dat juist nodig voor een toename in lichaamsgewicht en voor het opvetten. De gevolgen van de patronen van dieetvariatie en keuze aan vruchten worden bediscussieerd in samenhang met de verspreiding van plantenzaden.


[close window] [previous abstract] [next abstract]