Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Antczak M., Hromada M. & Tryjanowski P. (2005) Spatio-temporal changes in Great Grey Shrike Lanius excubitor impaling behaviour: from food caching to communication signs. ARDEA 93 (1): 101-107
Klauwieren zijn befaamd om het opspietsen van prooien op allerlei plaatsen. Waarom ze dat nu precies doen, is echter niet precies duidelijk. Zo eten ze vaak maar een klein deel op van de prooien die ze opspietsen, wat vreemd lijkt als het gewoon een vorm van bewaren is. In dit stuk proberen de auteurs meer te weten te komen over de functie van het opspietsen van prooien door Klapeksters Lanius excubitor in West-Polen. Ze hebben gedurende het gehele jaar onderzocht hoeveel prooien opgespietst werden, waar dit gebeurde, welke prooien dit waren en of ze ook daadwerkelijk werden opgegeten. Het blijkt dat de mannetjes tijdens de paarperiode vóór de paring meer prooien opspietsen dan erna. Dan gaat het aantal prooien dat wordt opgespietst, (tijdelijk) drastisch omlaag. Dit wijst erop dat het opspietsen van prooien in de periode van paarvorming een functie heeft hij het aantrekken van een vrouwtje. In de winter en tijdens de paartijd werden de opgespietste prooien maar weinig opgegeten, terwijl in de nestfase de meeste prooien juist wel werden gegeten. De prooien werden in de winter en de paarperiode vooral op gemakkelijk zichtbare plekken aan de randen van de territoria opgespietst. In de nestperiode werden de prooien dichtbij het nest en vaak verborgen opgespietst. Dit wijst erop dat in de winter het opspietsen van prooien vooral een functie heeft om de vaak grote territoria af te bakenen. In het voorjaar heeft het vooral een functie om een partner aan te trekken, in de nestperiode om een voedselvoorraad aan te leggen voor het broedende vrouwtje en de nestjongen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]